vrijdag 11 januari 2013



Japan I

Het is al weer bijna twee jaar geleden dat een Tsunami Japan bereikte. Het ergst getroffen was de stad Sendai en het niet zo ver naar het noorden liggende Yamada-Machi waar we ooit zo gastvrij werden ontvangen. Ik voel me treurig en ik ben sindsdien bezorgd omdat ik niet weet hoe het met die lieve mensen daar gaat. Laatst zag ik weer de beelden op TV van  de modderstromen die het land overmeesterden en alles meesleurden, en vissersboten die ver landinwaarts werden gestuwd. Ik zag mensen die hun familie zochten tussen de puinhopen en dan toch nog zo keurig vriendelijk en gastvrij bleven naar de journalisten. Een man zocht in het puin naar zijn zoon, maar wees de journalist er ondertussen op dat hij daar beter niet z’n auto kon parkeren omdat hij dan door het puin een lekke band zou kunnen krijgen. Ze raakten aan de praat en ik hoor de man zeggen dat z’n zoon waarschijnlijk is omgekomen en dat hij het een eer vindt dat hij z’n vader heeft mogen zijn. Dat is de Japanner ten voeten uit.

Ik ben een aantal keren in Japan geweest en het land heeft op mij een diepe indruk gemaakt. Op het eerste oog ziet het er westers uit, maar in werkelijkheid is Japan zo anders! Je voelt het meteen als je uit het vliegtuig stapt. Er is echt een andere atmosfeer, er zijn ander normen en waarden, er is veel meer vriendelijkheid en respect, minder vrijheid, en veel zorg voor elkaar en de omgeving. Het land en de mensen zijn doordrenkt van beleefdheid, bescheidenheid, dankbaarheid en rituelen.

En als je even voorbij die eerste westerse indruk kijkt, ziet het er ook heel anders uit. Zo heb ik nog nooit een plek gezien waar zo lelijk wordt gebouwd! De huizen en kantoren zijn praktisch, doelmatig maar bijna nooit mooi. En omdat het aardbevingsgebied is en de grond van graniet, zijn alle leidingen en bedradingen bovengronds, aan palen en op pilaren. Ook wegen door de stad worden vaak in twee verdiepingen boven elkaar gebouwd. De gemiddelde Japanse stad is mooi van lelijkheid en Japanners zijn meesters in het benutten van ruimte.

Het is niet mijn bedoeling om een uitgebreide beschrijving te geven van mijn reizen in Japan met het orkest en koor. Ik voel alleen de behoefte om een paar dingen te vertellen over het wezen van Japan en ik wil proberen uit te leggen waarom het zo’n diepe indruk op me heeft gemaakt; als een monument voor de Japanners die ze zoveel tegenslag hebben gehad. Ik heb me er vooral heel erg veilig en thuis gevoeld, wat ik niet goed kan verklaren, al is het een compliment voor mijn gastheren en gastvrouwen daar.

Het is mijn ervaring dat mensen die er geweest zijn niet gemiddeld over Japan spreken; of ze vinden het geweldig, of ze vinden het er verschrikkelijk. Deze diepe afkeer ervan is om uiteenlopende redenen; met vindt het land of de steden lelijk, het eten vies, er is geen volkorenbrood te krijgen, Japanners stinken, zijn vaak dronken en ze giechelen stom, de koffie is duur (15 gulden per kopje in 1993), en ga zo maar door.

In werkelijkheid heeft de aversie volgens mij vooral met communicatie te maken. De mensen waar ik direct mee moest werken spraken Engels, d.w.z. “Japans-Engels”. Het duurt elke keer weer twee dagen voor je hun uitspraak begrijpt. Maar Japanners denken zo anders dan wij, dat zelfs als ze Engels leren, of desnoods Nederlands of Duits, we elkaar nog steeds niet goed begrijpen. Het is dus heel belangrijk om dat zo snel mogelijk onder ogen te zien, en hun vriendelijkheid en respect over te nemen, en hun zorg en hun werkmethodes. En vervolgens moet je weten dat ze dus geen NEE kunnen zeggen, en dat het niet betekent dat alles JA is, en zeker niet dat je daar misbruik van moet maken. Ze hebben namelijk zo hun eigen manier om daar mee om te gaan. Mensen die niet van Japan houden verwachten dat Japanners net zo denken als wij omdat ze dat de enige juiste manier vinden, maar als je je open opstelt gaat er een wereld voor je open.

Samenwerken met Japanners is heel bijzonder. Ze werken heel precies en hebben voor alles een protocol. Ze werken ook veel uren en klagen daar niet over. Maar ze doen het wel in een rustig tempo. Als ik meer werk heb dan normaal versnel ik zodat het misschien toch nog lukt binnen mijn 8-urige werkdag. Japanners doen dat niet maar blijven gewoon een paar uur langer op kantoor. Al die precisie en die rust hebben ook een nadeel; ze kunnen niet improviseren, een uitzondering daar gelaten. Als er tijdens een tournee iets onverwachts gebeurde, waarvoor ze geen protocol hadden, dan kwamen ze trillend en bevend naar mij toe en riepen “ O hemel, Caecilia San, wat moeten we doen” en raakte volkomen geblokkeerd tot ik met wat ideeën kwam.

In de jaren dat ik door Japan reisde was er ook nog geen werkeloosheid. Er werd gewoon voor iedereen een taak bedacht. Zo liepen er overal ordebewaarders rond; op iedere gang van een hotel en dan dag en nacht. De buschauffeur had altijd een dame bij zich als assistent en die keek met hem mee en had een stok met een vlaggetje om ons de weg te wijzen bij het in en uitstappen. Op straat en in gebouwen was het zo veilig dat je rustig ergens je handtas en laptop kon laten staan en dan stond hij er een paar uur later nog. Ongelofelijk toch?

Ik nam altijd gietijzeren theepotten kopjes en schalen mee om thuis te gebruiken. Voor de kinderen kocht ik Japanse kleding en boeken als herinnering.  Zo kocht ik een boek van Max Veldhuis over “eend” en zei dan dat ik in’t Japans kon voorlezen.


Dat de hun schrift uit zulke ingewikkelde tekens bestaat, is wel onhandig op bijvoorbeeld een station. En de straten hebben ook geen namen; ze nummeren de huizenblokken maar niet de straten zelf. Als ik de deur uit ging nam ik altijd een briefje mee met daarop het adres van mijn hotel en de concertzaal in Japanse tekens. Je kunt er behoorlijk verdwalen en zo kon ik de weg vragen!  De Japanse taal  klinkt heel hartstochtelijk al heb ik er nooit iets van begrepen en kon ik niet meer dan vier woorden onthouden.



Er is niets heerlijkers dan tijdens een drukke tournee alleen uit eten gaan in een restaurant vol Japanners. Het is echt ontspannend dat je er niets van verstaat en je je even helemaal op jezelf en je eten kunt concentreren zonder afgeleid te worden. Een menukaart lezen gaat natuurlijk niet, maar dat wordt opgelost door een plastic versie van alle gerechten in de vitrine. Je kunt dan aanwijzen wat je wilt eten. Al blijft het spannend, want ook de plastic versie maakt niet altijd duidelijk wat je eet. Het Japanse eten is erg gezond met veel groente en vis en bijna geen vet. Soms at ik voor twee euro in een noedelbar een grote kom noedels met kip en groente, naast slurpende oude mannetjes. En soms at ik heel sjiek en onbetaalbaar (op uitnodiging),  en er werd dan door de chef voor mijn neus gekookt. Het moeilijkste moment was een zakendiner met alleen maar Japanse mannen en Ton. Als voorgerecht kregen we rauwe inktvis tentakels en het smaakte erg taai en bitter, eigenlijk net als gal, dus het was wel even slikken…..

Het land zelf is smal en lang en eigenlijk een eilanden groep, maar zo lang als van zuid Italië tot aan midden Noorwegen en het klimaatverschil is dus ook zo groot. Ik ben op het zuidelijkste puntje geweest en ook op het noordelijkste eiland. Overal kun je heerlijke Sushi krijgen in vele soorten en maten. In het zuiden aten we meer gefrituurde en gegrilde gerechten. De grootste verrassing op voedsel gebied kreeg ik in het noorden. De directeur van de concertzaal “Kitara” uit Sapporo nam ons mee uit eten voor een speciaal streekgerecht. Het bleek runderstoofvlees met stamppot van aardappels en kool; een echte Hollandse maaltijd! 

Caecilia

(Volgende week deel II)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.