zaterdag 19 januari 2013


Japan II


De steden mogen dan mooi van lelijkheid zijn, de natuur en de oude tempels zijn overweldigend mooi. Tijdens onze reizen konden we dat goed bekijken. Soms vlogen we met een binnenlandse vlucht en zagen we het vanuit de lucht maar vaker reisden we per trein en bus en hadden we goed uitzicht. Ik heb er bergen, zee, bossen rotskusten en uitgestrekte rijstvelden gezien. In de steden is alles hutje mutje op elkaar gepakt maar buiten de stad is het wijds en rustig. Ik herinner me een keer dat we wilden pauzeren tijdens een busrit naar Nagano, maar dat we niet uit de bus mochten i.v.m. het gevaar door beren aangevallen te worden!

Tijdens mijn schaarse vrije uurtjes bezocht ik de tempels en hier voelde ik nog sterker die fijne Japanse vibraties! Elk stukje hout en steen was er doordrenkt van gewijde aandacht en respect voor het leven zelf. De mooiste tempel die ik heb gezien, was de boeddhistische tempel Kiyomizu-dera. Deze is genoemd naar de heldere bron die de monnik Enchin hier in de berg vond toen hij in 778 na christus, geleid door een visioen, op zoek ging naar een bron van puur water. Het is eigenlijk een tegen de heuvel gebouwd dorp van allemaal kleine tempels en één hele grote met een aantal verdiepingen.  Het ligt aan de rand van Kyoto tussen de bomen waar het bos begint. Er staan naaldbomen en loofbomen met prachtig rode bladeren en in de lente wordt de tempel door kersenbloesem omringd. Rond de tempels liggen ook een aantal prachtige Japanse tuinen. Aan de bosrand staat een hele groep Boeddhabeelden en die hebben allemaal een soort gekleurd schortje voor. Soms denk ik dat ik in mijn vorige leven in een klooster of tempel heb gewoond. Ook hier overviel mij weer dit gevoel en ik voelde me direct zo thuis dat ik wel zou willen blijven.

Op tournee in 1996 en in 1998 (beide keren in mei) deden we ook Yamada Machi aan; een havenstadje aan de noordoostkust, waar de bevolking voornamelijk van de visserij leeft. In Yamada Machi is ooit 400 jaar geleden een schip uit Nederland geland. En in de eeuwen daarna waren de Nederlanders de enigen die binnen de grenzen van Japan mochten komen. Er was zelfs een Nederlandse universiteit op het zuidelijk eiland van Japan waar men alles over der rest van de wereld kon leren; in het Nederlands.



In de concertzaal van Yamada Machi stond ook een 1.5 meter lange replica van dat Nederlandse schip. De inwoners van de stad verwelkomde ons als hun beste  vrienden en er was een receptie georganiseerd. In 1996 kregen we allemaal een toilettas en een tafelloper die gemaakt waren van oude vissersvlaggen. De toilettas heeft me sindsdien op alle reizen begeleid en hij is niet kapot te krijgen. Er was een meterslang buffet met heerlijk Japans eten en het plaatselijke vrouwenkoor zong het Halleluja van Haendel gedirigeerd door Ton. Daarna moest Ton een groot vat sake aanslaan (openhakken met een bijl) samen met de Burgemeester van Zeist. Zeist en Yamada hebben een warme band en een uitwisselingsprogramma voor scholieren.



‘s Avonds werden we naar een echt Japans Hotel gebracht waar we alleen op onze pantoffels mochten lopen vanwege de Tatami (rieten matten als vloer). Er was natuurlijk geen stoel in mijn kamer, maar wel een laag tafeltje met Japanse thee en koekjes. Toen ik naar bed wilde kwam er een dame en ze haalde mijn matras en dekens uit een kast en maakte mijn bed op.  Mijn kamer had uitzicht op de baai waar, in een soort drijvende kisten, oesters werden gekweekt.  De meeste hotels onderweg waren Europese stijl, en je kon er ook een Europees ontbijt krijgen zoals wit brood met een gebakken ei of jam. In dit Hotel was er alleen Japans ontbijt; vissoep en een soort Japanse nasi en gerechten met zeewier. Warm en pittig eten dus al vroeg in de ochtend! En een lekker kopje groene thee erbij.






De volgende dagen deden we twee concerten in Yamada Machi. Ik heb nog een foto waar een hele lange rij voor de deur van de zaal stond, want iedereen uit het stadje kwam luisteren en ons begroeten. Ik heb later die dag ook nog wat keukenspulletjes gekocht in een winkel. Ik durfde niet te veel te nemen want de eigenaresse wilde me niet laten betalen omdat we vrienden waren! En op straat werd ik zomaar omhelsd door een vrouw en ze had een heel verhaal tegen me wat ik niet verstond, maar ik begreep wel dat ze blij was me te zien. Bij ons vertrek drie dagen later stond het personeel van het hotel ons uit  te wuiven met blauwe zakdoeken en dikke tranen. Wij voelde ons allemaal herboren door deze behandeling. Dat laatste beeld met die wuivende zakdoeken zie ik sinds de Tsunami steeds voor me. Zucht….        

Caecilia


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.