zaterdag 20 april 2013


Afscheid,

Inmiddels is gebleken dat er leven na Bach is; ook voor mij. Mijn leven is zelfs in positieve zin veranderd. Als zelfstandig ondernemer help ik niet alleen de dromen van verschillende klanten realiseren, maar heb ik meer vrijheid en jaag ik ook mijn eigen dromen na. Eén van die dromen is schrijven, en ik heb dan ook erg genoten van het schrijven van deze blogverhalen. Toch heb ik besloten het hierbij te laten, en wel voordat mijn trouwe lezers gaan denken "heb je haar weer met haar gezeur over haar leven met Ton Koopman".

Ik ga me nu eerst bezig houden met mijn andere dromen; een huis in de Waterlandse polder en als het meezit ook mijn eigen theatertje in Edam. En als ik daar dan zit heb ik weer "ruimte" om te schrijven, want daar ben ik nog lang niet mee klaar. Ik heb inmiddels wel geleerd dat zelf creatief bezig zijn een belangrijke energie leverancier is als ik naast al die creatievelingen wil leven.

Dank dus allemaal voor jullie aandacht en complimenten en succes met het najagen van jullie eigen dromen!

Hartelijke groet,

Caecilia

vrijdag 5 april 2013


Is er leven na Bach II,

Het Bach cantate project was al met al een mega project dat kon ontstaan door het optimisme van Ton, ons team, de Nederlandse concertzalen, de radio (als ik me niet vergis AVRO en NCRV) en het Franse platenlabel ERATO. Ik denk dat de meesten van ons de sprong waagden, gebaseerd op het optimisme en enthousiasme van Ton. Hij was voorafgaand aan de besprekingen al lange tijd met de muziek bezig geweest en geloofde in het project. Maar toen we eenmaal begonnen, raakten we allemaal betoverd door de kracht van Bach. Met zijn muzikale taal sprak hij direct tot onze harten.


Ook het publiek raakte betoverd; het werden onze Bachcantate vrienden en we organiseerden vooraf lezingen en eten, en bij hen thuis op de mat viel de Bachcantate nieuwsbrief, die ik samen met Hannes en de concertzalen maakten. We kenden die mensen persoonlijk en spraken elkaar regelmatig. Nu nog kom ik ze tegen bij andere concerten en van één Bachcantate vriend krijg ik nog ieder jaar een kerstkaart!

Al direct aan het begin was er die bijzondere sfeer en alle musici gaven het beste dat ze in zich hadden om aan de verwachtingen van Bach en Ton te voldoen. Er was een tijd dat ik me Bach niet anders kon voorstellen dan Ton zelf; die twee personen waren voor mij helemaal verweven.

Toen het project afliep raakten we allemaal een beetje stuurloos, want hoe moet het nu verder als je al die geweldige Bachcantates hebt gedaan. Ton besloot om alle werken van Dietrich Buxtehude op te nemen; waarschijnlijk hoopte hij dat hij daarbij weer hetzelfde gevoel kon oproepen als bij het Bachcantate project. Buxtehude heeft echt prachtige muziek geschreven, maar de betovering was voor mij verbroken.

Ik zie me nog staan in de tuin samen met Ton. Ik waagde het zijn gevoelens van ontevredenheid van de laatste tijd ter sprake te brengen. Ik vroeg hem waar die gelukkige en tevreden man was gebleven die altijd zo positief met problemen omging. Hij mopperde dat de tijden waren veranderd en dat het niet meer zoals vroeger was. Hij was vooral boos en teleurgesteld over wat er allemaal NIET voor de cultuur werd gedaan in Nederland, waar hij natuurlijk volkomen gelijk in had.

Is er leven na Bach? Ik heb me dat serieus afgevraagd na afloop van het Bachcantate project van het Amsterdam Baroque. Tja, uiteindelijk hebben we het als mensheid natuurlijk overleefd, maar sindsdien is er veel veranderd en zijn wij zelf veranderd; we moesten wel. De bijzondere sfeer van dit project, de inzet van al die mensen voor en achter de schermen en niet te vergeten die prachtige veelzeggende muziek van Johann Sebastiaan Bach: Het wordt nooit meer zoals toen.

Caecilia

zondag 31 maart 2013



Is er leven na Bach? Deel I

Toen we met het Amsterdam Baroque aan het Bachcantate project begonnen, moesten we daarvoor als organisatie een enorme stap zetten. Het was spannend en menigeen verklaarde ons voor gek dat we een dergelijk risico namen. Om te beginnen had Ton geen enkel vertrouwen in computers en omdat we ze echt nodig hadden om dit project te volbrengen, werden we door Hans getraind in onze communicatie daarover met Ton. Als er op kantoor een fout werd gemaakt mochten we nooit zeggen dat het iets te maken had met een computer. Dus niet; ”ik ben het document kwijt” of “de computer is gecrasht”. We moesten altijd zeggen dat wij als mens een fout hadden gemaakt, dus hooguit; “ Ik heb het document verkeerd opgeslagen”, of nog beter; “ik heb een fout gemaakt”, “ik lette niet goed op” of “ik was een beetje dom bezig”.

 Alle Cantates van Johann Sebastiaan Bach opnemen en uitvoeren; het was een project dat ruim tien jaar zou gaan duren. Per jaar waren er twee periodes waarin zes Cd’s werden opgenomen en vier concerten in Nederland werden gegeven. Het publiek werd gevraagd een abonnement te nemen op de serie, en reisde vervolgens langs de vier grote steden waar de betreffende concertzalen zich committeerden aan dit project. De radio zat ook in het complot en zou al die concerten live opnemen. Voor het project startte hielden we enkele besprekingen. De programmeurs van die zalen zaten met blosjes op hun wangen bij die eerste besprekingen, want zou het publiek wel massaal achter het Amsterdam Baroque aan willen reizen naar Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht? Er was een weddenschap over het bezoekersaantal in dat eerste jaar, en Ton werd door de programmeurs en de andere betrokkenen uitgelachen, omdat hij veel hoger inzette. Uiteindelijk bleek na dat eerst jaar dat de concerten nog beter bezocht werden dan Ton had voorspeld!

Tot dan gebruikten we de computers als een veredelde typmachine, maar nu moesten we ze serieus gaan gebruiken om de meest efficiënte opname planning te maken. Daarvoor namen we alle cantates voor de zes cd’s van het seizoen. De bezetting van ieder deel van die cantates namen we apart op in een spreadsheet. Ton had vooraf bij al die delen beoordeeld hoeveel tijd het zou kosten om ze op te nemen en die timing stond er ook bij. Vervolgens gingen we ze op een ingenieuze manier husselen en ordenen zodat uiteindelijk de meest efficiënte planning overbleef. Hiervoor werd voor ons zelfs een speciaal programma geprogrammeerd en dat was in die tijd niet niks! Wat volgens de computer en volgens ons dan het meest efficiënt was, vond Ton dan toch niet altijd het beste, en dan ging hij de timing van een aantal delen korter maken (op papier) zodat bepaalde stukken dan toch ergens bij konden in een andere opname sessie, wat natuurlijk zelfbedrog was want bij die bewuste sessie liep hij dan natuurlijk vreselijk uit.

Onze musici kwamen veelal uit het buitenland en als we de repetities konden beginnen met de kleinst mogelijke bezetting en dat per dag lieten uitgroeien naar de grotere bezettingen, dan scheelde ons dat veel aan hotel en salariskosten. De musici werden namelijk per sessie betaald, maar de buitenlandse musici ook als ze tussendoor een dag vrij hadden of een halve sessie moesten wachten. We repeteerden dan een week en daarna volgenden er twee concerten in de bovengenoemde Nederlandse zalen.

Al gauw kreeg men ook in het buitenland lucht van ons project. We moesten ruimte creëren om na de Nederlandse concerten ook het buitenland te bezoeken. Daarna begonnen de Cd-opnamen in de Waalsekerk op het Walenpleintje aan de Oudezijds Achterburgwal, waarbij we met de grootste bezetting begonnen en met een enkele solist en continuo groep eindigden op de laatste dag. Dit duurde meestal een flinke week.

ERATO-de platenmaatschappij die de opnames ging uitbrengen-betaalde de opnamekosten inclusief reiskosten en hotels. Zoiets is in deze tijd echt ondenkbaar. In korte tijd veranderde dan ook veel op die markt en halverwege moesten ze afhaken. Ton besloot het er niet bij te laten zitten en een andere maatschappij te zoeken, wat niet meeviel. Uiteindelijk gaf hij de Cd’s vanaf 2003 uit in eigen beheer; “Antoine Marchand”, onder Challenge records. Ik zie nog Guido met zijn camera in de tuin staan, om Ton als silhouetten te fotograferen voor het logo van dit nieuwe label. En zo gingen we van start!

Ik ben altijd zeer onder de indruk geweest van de verantwoordelijkheid die Ton voelde om de hele serie af te maken.

Caecilia

vrijdag 22 maart 2013


Prikbord,

Ik ruim mijn prikbord op. Langzaam maar zeker haal ik alle Amsterdam Baroque trofeeën eraf en berg ze op in een oude schoenendoos. Eerder schreef ik al over concertkaartjes en vliegtickets voor instrumenten; die heb ik toen direct opgeborgen. Nu haal ik ook de oude briefjes van orkestleden eraf. Die briefjes kreeg ik van sommige van hen als ze hun declaratie of bladmuziek opstuurde na afloop van het project. Zo stuurde Wilbert altijd mooie ansichtkaarten en Alfredo schreef bedankbriefjes op de notitieblokjes van het hotel.

Dit briefje schreef Alfredo naar aanleiding van een heftige tournee in 1995. We reisden met koor, orkest en solisten door Europa met het Weinachtsoratorium. In die tijd waren er veel stakingen in Frankrijk. Afwisselend werd er door Air France en door de Franse spoorwegen gestaakt. Tijdens de tournee was ik daardoor steeds aan het bellen met reisbureaus en bracht ik de nodige extra uren op vliegvelden en stations door om te zoeken naar alternatieve oplossingen, zodat we de concerten toch door konden laten gaan. Zelfs busmaatschappijen staakten en ik herinner me dat we in Nantes met onze koffers tussen een demonstrerende menigte liepen, op weg naar het hotel. Zelfs het personeel van de concertzaal staakte die avond zodat ik slechts samen met de directeur voor de podiumopstelling en het licht zorgde.

En dat was niet het enige dat mij uit mijn slaap hield want twee dagen voor vertrek zei ook nog eens de organisatie van een concert in Italië af. Dat was een financiële ramp want we moesten wel de musici betalen en kregen geen concerthonorarium. Maar tijdens de tournee zochten we naar een oplossing en uiteindelijk speelden we een alternatief concert in een prachtige maar zeer koude kerk. Het was twee dagen voor kerst. Er was geen verwarming en buiten sneeuwde het. Een gulle gever betaalde ons het concerthonorarium en het publiek mocht gratis naar binnen want er mocht geen “handel gedreven worden” in de kerk. Als dat niet de kerstgedachte is!


Meestal hoorde ik alleen wat er niet goed ging, dus met dit briefje van Alfredo was ik reuze blij. Deze tour in december 1999 eindigde na bijna twee weken Europese concerten met een slotconcert in New York. Ik herinner me nog dat de koffer van Marleene de eerste dag van de tour zoekraakte en dat de Airlines iedere keer keurig moeite deden om hem na te zenden. Maar omdat we iedere dag weer naar een volgende stad ergens in Europa reisden haalde die koffer ons pas in toen we na twee weken in New York aankwamen omdat we daar wat Langer bleven hangen. Ik zie Marleene nog staan in de Lobby, waar ze een enthousiaste duik nam in haar geopende koffer! Ondertussen had ze spullen van ons geleend en steeds kleding moeten bijkopen. Maar het gaat niet alleen om die spullen. Als je zo intensief reist, is je koffer je “thuis” en voel je je erg ontheemd zonder dit item.


Op mijn prikbord hangen ook veel foto’s. Er is er een van mij met Yo-yo Ma en mijn beste vriendin Ans. We zijn al vrienden sinds de basisschool en ik nam haar mee op Tournee naar New York om onze vriendschap te vieren, toen het orkest daar met Yo Yo Ma speelde. In de jaren daarvoor maakte het Amsterdam Baroque twee Cd’s met Yo Yo Ma en deden we de nodige optredens met hem. Het was een genoegen om voor hem te werken en één maal mocht ik in de lunchpauze op zijn Stradivarius barokcello spelen. Dit instrument behoorde ooit toe aan Jacqueline du Pré; een geweldige ervaring om dit instrument in mijn armen te mogen sluiten.

Er hangen nog meer foto’s van feestjes, recepties en diners, zoals die van de acterende Marshall en Bob (de langste en de kortste in de groep!). Zo af en toe was er iets te vieren en dan organiseerden we een ruimte ergens in een hotel, kochten drankjes en hapjes en iedereen droeg zijn steentje bij in de programmering met leuke acts, muziek en moppen. Het is wel eens voorgekomen dat ik nog vier dagen spierpijn in mijn buik had van het lachen.

Ik moest vaak na afloop van het concert nog uit eten met mensen van de organisatie. Dan kregen we vaak het echte authentieke eten van het land, maar ons doel was natuurlijk business; nog nagenietend van het zojuist beëindigde concert konden we het ijzer smeden voor een volgend concert. Het was leuk maar vooral vermoeiend om zo laat nog te eten en te werken; meestal moest ik de volgende ochtend al weer vroeg uit de veren.

Ik voel dat het de hoogste tijd is om afscheid te nemen van al die spullen en het verleden achter me te laten. Dus ze gaan nu allemaal in de schoenendoos bij mijn verzameling dagboeken en bewaarde brieven van vrienden (voor de jongsten onder ons: een combinatie van een soort e-mails, blog- en facebook berichten, maar dan met pen op papier en dan per postbode verstuurd).

Caecilia

vrijdag 15 maart 2013


Op bezoek bij het Amsterdam Baroque,

Een week geleden was ik op bezoek bij het Amsterdam Baroque. Sinds mijn ontslag eind 2008 ben ik twee keer naar een concert geweest, ergens achter in de zaal verstopt tussen het publiek. Maar nu besloot ik de stoute schoenen aan te trekken en naar de openbare repetitie te gaan die voor de “vrienden” was georganiseerd.

Al voor ik goed en wel bij de voordeur van musyQ in Amsterdam was aangeland werd er geroepen, gezwaaid en op het raam van de kantine geklopt. En achter de voordeur werd ik al gelijk door een aantal mensen met open armen en zoenen ontvangen. En het kan niet anders; met mensen bedoel ik hier zangers en blazers. De meeste Instrumentalisten, en zeker strijkers zullen zich niet zo spontaan aan hun emoties overgeven. Ton liep zijn vertrouwde “loopje” met grote stappen door de hal op weg naar de kantine. Toen hij me zag, verwelkomde hij me enthousiast en wist meteen te vertellen dat de repetitie 20 minuten later zou starten doordat hij in de ochtend was uitgelopen. Daardoor had ik nog tijd voor een ouderwets onderonsje met Klaus Mertens en het begroeten van die lieve en inmiddels ontdooide orkestleden.

Dit keer stond er geen Bach op het programma, maar de Donnerode en Lamentaties van Telemann. Ik ging in de zaal zitten en liet de muziek tot mij komen. Als Ton dirigeert en het Amsterdam Baroque musiceert klinkt het altijd zo mooi; al die prachtige trillingen die niet alleen mijn oorschelp binnen treden maar die bezit nemen van al mijn lichaamscellen. Terwijl ik daar zat realiseerde ik me dat dit alles zo zeer een deel van mijn leven is geweest, dat ik er blijkbaar nooit meer helemaal van los kan komen. Of moet ik zeggen “wil komen”?

Ik zag veel nieuwe gezichten maar ook veel oude bekenden, waarmee ik lief en leed heb gedeeld. Ik was blij verrast dat er nog steeds koor en orkestleden meedoen die er al vanaf het eerste uur bij waren, zoals Wilbert Hazelzet, Michel Henry, Luuk Nagtegaal, Jonathan Impett en Peter de Groot. Een leuk moment was het duet voor twee bassen dat Jasper Schweppe samen met Klaus Mertens zong. Het haar van Jasper ging van enthousiasme helemaal overeind staan! Alle solisten zongen prachtig, maar Klaus had ik echt gemist. Als hij zijn mond open doet dan voel ik me als een stoffige landweg waar een verfrissend zomerbuitje op neerdaalt waardoor de groene grassprietjes weer opkomen en de wereld weer kan ademen.

Tussendoor ben ik de zaal uit geglipt om bij te praten met de huidige zakelijkleider Marco en zijn assistent Geeske. Geweldig dat er nog steeds mensen zijn die zo hard werken om Ton’s grenzeloze energie bij te benen en zijn dromen mogelijk te maken.

Om kwart over zes moest ik echt weg al was de repetitie nog niet afgelopen. Rudolf -de voorzitter van de vrienden- reed met me mee, zodat we onderweg weer eens ouderwets konden bijpraten. Het was al met al een waardevolle middag en een mijlpaal in mijn “leven na Bach” .

Caecilia

vrijdag 8 maart 2013

Tijd voor VAKANTIE!

Excuus voor iedereen die mijn blog heeft bezocht en moest constateren dat er nog geen nieuw verhaal opstaat. Ik heb tot laat gewerkt om dingen af te ronden want volgende week heb ik mezelf een weekje vrij gegeven om weer helemaal op te laden. Ik ga uitslapen, mezelf ontbijt op bed geven, wandelen en fietsen, schilderen, breien, maar vooral heel veel en lang boeken lezen, genieten van een goed glas wijn en schrijven natuurlijk (opeens klinkt een week heel kort).

Ik ben er zojuist mee gestart en dat ziet er zo uit:



Jullie horen snel weer van mij!

Caecilia

vrijdag 1 maart 2013


Een ei hoort erbij,
                                                   

Het is nog maar de eerst dag van maart, maar de lucht voelt anders en de dagen worden alweer langer. Ik keek zojuist even in de tuin tussen de oude bladeren door naar de grond en zag dat er al weer van alles omhoog komt. Ik ben gek op de winter; het liefst met veel ijs en sneeuw, maar het is ook fijn dat de lente er weer aan komt. Als ik die knopjes uit de grond zie komen en ze ontvouwen zich langzaam dan voel ik een soort opgewekte spanning. Het gaat gebeuren!

En terwijl ik daar zo in mijn tuintje op onderzoek uit was, had ik opeens gezelschap van drie prachtige scharrelende kippen. Zij  hadden blijkbaar ook de lente in hun hoofd. Ik weet niet van wie ze zijn maar hoop dat ze nog vaak langskomen en dan ook eieren voor me leggen. Door die kippen moest ik opeens weer aan “het ei van Anna” denken. 

Gezond en genoeg eten op tournee valt niet mee. Met al het reizen beland je al gauw in de situatie dat je leeft van op het station gekochte broodjes, omdat je geen tijd hebt om opzoek te gaan naar een winkel waar je echt iets goeds kunt kopen. En je weet ook nooit wanneer je weer de kans krijgt om te eten. Uit angst om te verhongeren namen de musici vaak iets mee van het ontbijtbuffet van het hotel, zoals een broodje kaas of een appel. Zeker bij lange treinreizen is dat erg handig.

Op een zonnige dag zaten we in de TGV en schoten met hoge snelheid door het Franse landschap. Veel van de musici zaten te lezen of haalden wat achterstallige slaap in. Ik zat net lekker te werken aan een subsidieaanvraag, toen ik een gesmoorde kreet hoorde. Ik snelde er op af en trof Anna aan met haar hand in haar handtas en ze trok een heel vies gezicht. De anderen die er omheen zaten moesten erg lachen. Het bleek dat Anna die ochtend een gekookt eitje in een servet had meegenomen van het ontbijtbuffet in het hotel. Tenminste; dat dacht ze dus. Toen ze honger kreeg is ze opzoek gegaan naar dat eitje en toen trof haar hand een hoop eierstruif aan tussen al haar spullen. Blijkbaar had ze dit keer een ongekookt ei gepakt……

Haar paspoort heeft ze gelukkig redelijk kunnen herstellen. De tas heeft ze geprobeerd schoon te maken, maar ze heeft deze halverwege de tournee weg moeten doen vanwege de rotte eierenlucht. Terwijl ik dit vertel ruik ik weer de geur van haar handtas die ons die tour vergezelde. Daarna nam ze nooit meer een eitje mee van het ontbijtbuffet in het hotel, maar slechts een appel of een broodje kaas.

Caecilia

vrijdag 22 februari 2013


Toegangsbewijzen

Bof ik even; altijd maar weer mag ik naar mooie concerten en voorstellingen van de artiesten waarvoor ik werk. Van sommigen bewaar ik mijn toegangskaartje als trofee.
Hier een paar met toelichting:

Sinds een maand ben ik zakelijk leider van Insomnio en inmiddels heb ik ook al twee concerten bijgewoond. Afgelopen zaterdag werden er verschillende composities over vogels gespeeld onder de naam ; “Gods own musicians”. Tijdens mijn studie muziekwetenschap heb ik natuurlijk van alles geleerd over 20e eeuwse muziek. Maar tot nu toe heb ik me vooral bezig gehouden met barokmuziek, dus ik was vooraf erg benieuwd hoe dit me zou bevallen. Het was een prachtig concert, uitverkochte zaal, goeie musici en dirigent, en mooie werken; wat wil een mens nog meer. En artiesten blijven gewoon artiesten dus al met al voelde het heel vertrouwd. Wat heb ik toch een mooi beroep!

En vanmiddag ben ik samen met Soscha naar de voorstelling “Draak in Huis” van Het Houten Huis geweest. Het was weer een heel mooie voorstelling, met weinig tekst, maar zeer veelzeggend, fantasievol en met prachtige muziek van Martin en Radek. Voorstellingen van Het Houten Huis zijn net zo boeiend voor kinderen als voor volwassenen. En dan de kinderen die er komen; dat is al een voorstelling op zich. Vooraf in de Foyer sprak ik Max van 5, die opgetogen was toen ik hem door het raam van de stadsschouwburg de geparkeerde vrachtauto liet zien waar de draak in wordt vervoerd. Zijn fantasie ging aan het werk en hij vertelde zijn vader dat de draak op weg naar het podium -samen met die mevrouw (ik dus)- een kopje thee had gedronken in de foyer. En tijdens de voorstelling hoorde ik de kinderen met elkaar praten.  “Hoe oud  is Tim?; ik denk 12 jaar want hij kan zo goed goochelen ” en “Nee joh, dat is geen danseres maar een uil” en “ik denk dat de draak komt als de vader verdriet heeft”, “ja want zijn moeder is dood”.

Ik heb het kaartje bewaard van mijn eerste concertbezoek na mijn vertrek bij het Amsterdam Baroque Orchestra & Choir. Het was 22 november 2009 en de musici speelden notabene Purcell’s Ode for the day of Saint Cecilia. Ik had bij mijn vertrek geen afscheid kunnen nemen van het orkest en koor, want de laatste keer dat ik tijdens een concert aanwezig was, had ik nog geen idee dat het mijn laatste concert als zakelijk leider was. Voor mij was deze avond dus een emotioneel moment. Mijn vader ging mee om mij te steunen en natuurlijk ook om van de muziek te genieten.


En dan heb ik een kaartje van het laatste concert in de Bachcantate serie. Dat vond plaats in Leipzig in de Thomaskirche op 29 februari 2004. Ik was niet mee op tournee maar reisde speciaal voor dat concert naar Leipzig samen met Elsa. We hebben wel even een traantje weggepinkt  bij dit slotconcert.

Ook heb ik een kaartje uit Japan bewaard uit 1996 (18 mei). Ik weet niet meer welk programma we speelden; helaas lees ik geen Japans dus kan ik het niet nakijken!









 Last but not least is er mijn toegangsbewijs van het concert van 5 mei 2005 op het slot Meersburg aan de Bodensee (Duitsland en Zwitserland). Het kaartje is erg verkleurd, omdat ik het lange tijd bij me droeg. Bij ons trouwen zat het in mijn jurk verstopt. Nu prijkt het op mijn prikbord. Het Amsterdam Baroque speelden de koffie cantate van J.S. Bach. Dit was het eerste concert waar ik samen met Emile in de zaal zat. We hebben die tournee kennis gemaakt en samengewerkt; ik als tourmanager en hij als transporteur. Die avond gaf Guido ons de kans om in de zaal te zitten. Dankzij Ton moesten we elke nacht na de concerten behalve klavecimbels en andere instrumenten ook nog eens dozen vol cd’s uitladen en tellen. Emile en ik zijn nu getrouwd maar daar aan de Bodensee is het dus allemaal begonnen!

Caecilia

vrijdag 15 februari 2013


Even Schiphol bellen!

Steeds komen er weer nieuwe herinneringen boven. Vaak met het gevoel dat er bij hoort en dat ik eerder in mijn leven heb overgeslagen. Vanmorgen werd ik lachend wakker, omdat Ton me in een droom vroeg “Caecilia; wil je even Schiphol bellen”? Ik zal je uitleggen wat daar zo leuk aan is. Naast mijn alledaagse reiservaringen en de stressvolle herinneringen rond Schiphol, heb ik ook een nog een heel andere relatie met dit vliegveld en dat heeft te maken met onze CD opnames.

Tijdens de Cd opnames in de Waalse kerk was een heel specifieke taak dat Mischa of ik soms voor Ton Schiphol moesten bellen. Afhankelijk van de drukte van het vliegverkeer en de windrichting vlogen er soms vliegtuigen laag over de kerk. Ton wilde dan dat ik de verkeersleider in de toren op Schiphol zou overtuigen om die vliegtuigen om te laten vliegen zolang hij met de opnames bezig was.

Omdat ik niet wilde liegen en ik graag Ton het gevoel gaf dat hij alles onder controle had, belde ik altijd als hij dat vroeg  en dan zei ik dus tegen de medewerkers van Schiphol; “Goedemiddag u spreekt met Caecilia van Stigt, zakelijk leider van Ton Koopman en het Amsterdam Baroque Orchestra & Choir. Wij hebben CD opnames in de Waalse kerk in het Centrum van Amsterdam en uw vliegtuigen vliegen op dit moment recht over ons heen, wat de opnames onmogelijk maakt. Deze musici komen speciaal vandaag hiervoor naar Nederland vanuit heel Europa.  Als de opname niet lukt door deze verstoring, kost ons dat tenminste € 25.000,- per dag extra om het een andere keer over te doen. Ton Koopman vraagt u daarom of u de vliegtuigen alstublieft wilt laten omvliegen”. Waarop er aan de ander kant van de lijn een vrolijk gelach klonk! Dan ging ik verder met; ”Als dat niet mogelijk is zou ik graag willen weten wat de verwachtingen zijn. Hoe lang maakt u vandaag nog gebruik van deze landingsbaan en wanneer wordt het rustiger ”. Ik kreeg dan meestal te horen dat de topdrukte over een uur voorbij zou zijn en dat na twee uur de wind zou draaien waardoor ze van landingsbaan zouden wisselen en uitwijken naar de Buitenveldertse baan.

 Na dit telefoontje zei ik dan tegen Ton: Hartelijke groet van verkeersleider Pietersen; Hij vindt het erg vervelend dat je last van hem hebt. Hij doet zijn uiterste best om je van dienst te zijn. Door de drukte en de windrichting kan hij niet direct aan je wensen voldoen, maar over een uur is het al stiller en over maximaal twee uur wordt deze baan niet meer gebruikt voor de rest van de dag. Het beste hou je vervroegd pauze en doe je daarna eerst de luid klinkende werken met tutti  orkest en veel trompetten. Over twee uur kun je dan weer aria’s opnemen”.

Ton was dan tevreden en er oprecht van overtuigd dat ze speciaal rekening met hem en zijn Bachcantates hielden, wat hij overigens ook weer heel normaal vond. Niets was toch belangrijker dan Bach?

Caecilia

vrijdag 8 februari 2013


CD opnames

De CD opnames vonden meestal plaats in de Waalse Kerk aan het Walenpleintje aan de Oudezijds Achterburgwal in het centrum van Amsterdam. Het gaf me altijd weer een bijzonder gevoel om een uurtje of drie voor aanvang alleen in die stille kerk van start te gaan, vaak met de ochtendzon door de kerkramen en een vredige stilte. Maar het was stilte voor de storm want het ombouwen en de opstelling maken was altijd een race tegen de tijd en ook een ware sportprestatie met al dat gesjouw.

Alle banken verplaatsten we naar één kant om ruimte te maken voor een podium voor het koor en een houten vloer voor het orkest om de akoestiek te verbeteren. Ik kreeg dan altijd hulp van Nienke; de koster van de Waalse kerk. De opname technicus Adriaan Verstijnen kwam dan altijd met zijn auto vol microfoons, kabels en computers die hij klaarzette terwijl ik flink liep te sjouwen met onze grote instrumenten zoals de orgels, pauken en contrabas. Verder waren er lampen om het orkest van voldoende licht te voorzien, stoelen, lessenaars en bladmuziek. Een uur voor aanvang kwam onze vaste stemmer Eduard Bos en hij stemde de twee kistorgels en soms ook een klavecimbel.

 
Ton wilde altijd iedereen dicht op elkaar rond zijn orgel hebben zodat hij alles goed “in de hand” had, maar Adriaan wilde altijd meer ruimte tussen koor en orkest want anders klonken de trompetten teveel op de koormicrofoon. Ik kon het dus eigenlijk nooit goed doen. Deed ik wat Ton wilde dan kon ik na een half uur opname alles gaan verplaatsen inclusief de podia van het koor. Als ik deed wat Adriaan wilde, dan kon ik direct na aanvang gaan schuiven, om het na een half uur weer terug te moeten zetten. En meestal kreeg ik dan tussendoor op mijn kop omdat ik te veel lawaai maakte.


Tijdens de opnamedagen zat ik, afgewisseld door mijn collega Mischa, in de pastorie te werken. Ik nam mijn kantoorwerk, telefoon en laptop mee. We maakten alles voor de aankomende tournee af en controleerden alle contracten, afspraken met organisaties over de repetities en reserveringen van hotels en vluchten voor de laatste keer. We zaten daar natuurlijk vooral om alle voorkomende problemen op te lossen. Dit varieerde van het bellen van een dokter voor iemand, maandverband kopen, de stemmer uit een café halen omdat zijn telefoon uit stond, bladmuziek kopiëren tot eten halen voor als de opnames uitliepen.

Een enkele keer was de Waalse kerk niet beschikbaar. We maakten meestal ruim een jaar van de voren -soms wel twee jaar- een reservering voor de opnamedagen. Maar soms veranderde onze planning kort van te voren en dan was de kerk al bezet. De koster Nienke deed er dan alles aan om de andere huurder over te halen om ons die dagen in de kerk te geven.

Soms moesten we toch uitwijken naar een andere plek, zoals in Haarlem of ergens in de kop van Noord Holland, maar altijd in een kerk. Eén keer hebben we een klein gedeelte in een concertzaal in Japan opgenomen; slechts één aria. De CD moest klaar en door ziekte van de solist eerder dat jaar miste alleen dat ene stukje nog. Het bleek de enige oplossing om het tijdens die tournee op te nemen. Bovendien was het veel minder kostbaar om Adri naar Japan te vliegen met zijn apparatuur, dan om het heel orkest weer naar Amsterdam te laten reizen. Ik ga niet vertellen om welke aria het gaat want niemand heeft het ooit opgemerkt bij het beluisteren van de Cd!

Caecilia

vrijdag 1 februari 2013

Een heel goede vrijdag!

Al weer bijna drie jaar werk ik, zeer naar tevredenheid, als zelfstandig ondernemer in de culturele sector. Na mijn ontslag eind 2008 was ik enige tijd werkeloos. In 2009 probeerde ik van dit verdriet te bekomen en te bedenken hoe ik nu verder zou gaan. Ik heb mijn werk altijd met veel overtuiging gedaan, maar gek genoeg dacht ik toen opeens dat ik het niet meer kon, dat het niet meer leuk was en dat ik eigenlijk nergens goed in was. Ik solliciteerde wat maar dat was geen succes. Ik eindigde een paar keer als één van de laatste twee kandidaten, maar uiteindelijk werd mijn jongere versie gekozen, en voelde ik me ook nog eens vreselijk oud. Vervolgens dacht ik dat ik misschien beter een heel ander beroep kon gaan uitoefenen, maar wat?
Gelukkig waren er mensen die wel in mij geloofden toen ik dat zelf even niet deed. Er kwamen collega’s langs uit de culturele sector die advies vroegen en de Stichting Matthäus Passion Edam  vroeg me om mijn expertise in te zetten voor hun project. Daardoor realiseerde ik me dat ik mijn oorspronkelijke werk nog steeds heel leuk vond.

Daarover gaat dit stukje dat ik vandaag weer tegenkwam en dat ik schreef op goede vrijdag 2010:

De spits is eraf! Op 29 maart ben ik officieel met mijn eigen onderneming begonnen. Vandaag is er de Mattheus in Edam; de afronding van het project waar ik het hele jaar aan heb gewerkt. Ik heb dit project als vrijwilliger gedaan maar vanaf komend jaar willen ze me dit werk betaald laten doen. Ik heb op dit moment nog geen andere betaalde opdrachten, maar ben heel druk met het werken aan mijn website, het opzetten van mijn administratie, belastingzaken regelen en het maken van een “marketing actieplan”. Als ik artiesten wil helpen zich te focussen en structuur in hun activiteiten aan te brengen dan moet ik wel het goede voorbeeld geven en zelf alles op orde hebben. Woensdag zijn mijn visitekaartjes nog met spoed bezorgd en dat was gelukkig net op tijd om ze vandaag aan het orkest uit te kunnen delen.

Gisteren was voor mij echt een testcase. Vandaag is er ’s middags de generale repetitie en ’s avonds het concert, maar gisteren waren er al de hele dag repetities. Voor het eerst ging ik weer terug naar mijn oude werkomgeving. Het was wel niet het Amsterdam Baroque, maar wel dezelfde omstandigheden met repetities, musici en barokmuziek in een kerk. Sommige van de musici hebben ook regelmatig bij het Amsterdam Baroque gewerkt en hen ken ik goed. Tot nu toe deed ik alleen de communicatie met hen via de e-mail en soms per telefoon. Ik kon het desnoods in mijn pyjama doen, maar nu was het “serious business”!

Nu zou ik voor het eerst een hele dag op locatie werken. Ik reed zeer gespannen naar Edam en onderweg kreeg ik ook al gelijk mijn eerste probleem op te lossen. De oppas van een van de violisten was ziek en ze kon alleen komen als ze de kinderen (0 en 3 jaar) kon meenemen want ze had geen tijd meer om een andere oppas te regelen. Ik zei haar de kinderen maar mee te nemen en dan zou ik ondertussen proberen iets te regelen, en gelukkig vond ik -vanuit de auto bellend- snel een oppas adres voor de kinderen in Edam.  

Het viel me alles mee om in Edam de kerk in te lopen, iedereen te ontmoeten en de start van de repetitie van The Norhtern Consort mee te maken. Het is geen moeilijk werk en ik doe het nog steeds graag; iemand bellen die nog wordt gemist, de laatste muziek uitdelen en de musici toespreken over de gegevens die ik nog van hen moet hebben om hen te kunnen betalen. Terwijl de muziek begon kon ik wat rondlopen, luisteren en de laatste dingen met het bestuur kortsluiten. Al met al deed het me allemaal heel goed.

Aan het eind van de dag reed ik zingend naar huis en genoot van het feit dat ik nu zeker wist dat ik mijn oude werk nog steeds heel leuk vond en dat ik het de moeite waard vond om de strijd aan te gaan met de overige negatieve emoties die er nog aan kleven. Waar ik vooral van geniet is het gevoel dat ik dit werk vanuit mijn eigen bedrijf doe, op mijn eigen manier, naar mijn eigen normen en waarden. Ik ben niet aan één persoon gebonden waar ik helemaal afhankelijk van ben. Ik ben de baas over mijn eigen werk!

Goede vrijdag bleek dus echt en heel goede vrijdag te zijn en ik ben blij met de keuze die ik toen heb gemaakt.

Caecilia

vrijdag 25 januari 2013


Vreemde Valuta

Afgelopen week hebben we eindelijk weer eens bij Tini en Ton gegeten en heerlijk bijgepraat. Er kwamen natuurlijk allerlei herinneringen boven drijven zodat we uiteindelijk om half een ’s nachts van de eettafel opstonden. Zo kwamen we ook op het feit dat ik vaak met grote hoeveelheden geld en cheques had rondgelopen. Tegenwoordig worden buitenlandse concerten vrijwel altijd per banktransfer betaald, maar vroeger ging dat heel anders!

Op mij allereerste tournee in Frankrijk had ik de nadrukkelijke opdracht gekregen om niet thuis te komen voordat ik een cheque had ontvangen van de organisator van het Baroque Festival waar we optraden ergens in de buurt van de Alpen. Er was beloofd om mij die cheque te geven en ervaring had ons geleerd dat als ik die cheque die dag niet zou bemachtigen, de betaling nog jaren op zich zou laten wachten. De hele dag had de beste man smoesjes en mijn Frans was niet zo goed dus ik voelde me verschrikkelijk onhandig. Na het concert zei hij dat hij de cheque op zijn bureau had laten liggen. Ik heb hem toen gedwongen om naar zijn kantoor 10 km verderop te rijden en wij volgden met de bus met mopperende musici. Hij blies hoog van de toren en maakte me belachelijk maar gaf me uiteindelijk een cheque. Die cheque lag helemaal niet klaar: hij moest hem nog uitschrijven. Het was een hele vertoning, en pas nu realiseer ik me dat hij voor gek stond en niet ik.

Het was de tijd van de betaling per cheque, soms werden we ook contant betaald, maar eigenlijk nooit per bank. Alleen de Nederlandse concerten werden per bank betaald. Tijdens de tour liep ik dus met heel wat rond. Als het veel werd dan verdeelden Ton en ik de buit om het risico te spreiden. We hadden inmiddels wel van collega’s gehoord die waren overvallen, en zo de tourinkomsten kwijt waren en een trauma rijker. Na afloop van de tour fietste ik naar de bank en overhandigden daar het geld en de cheques, waarop ik allerlei formulieren moest invullen. Met een beetje geluk stond het geld dan twee weken later op onze rekening. Sommige van die cheques waren niet gedekt en dan duurde het nog veel langer; tot de eigenaar weer geld op zijn rekening had staan.

We klagen tegenwoordig heel wat af over de Euro, maar ik was erg blij met de komst van de Euro want voor ons was het een enorme werkbesparing. Bij aanvang van de tournee gaven wij de musici namelijk altijd “sejours”. Dat is contant geld om onderweg in het buitenland eten van te kopen en de buitenlandse musici kregen het ook voor de dagen dat ze in Nederland waren om er te repeteren en concerten te geven. Er waren vaste tarieven voor koffie, lunch en diner. De tournees duurden gemiddeld twee weken. Soms gingen we twee a drie weken naar Japan, de USA of Australië, maar meestal reisden we door Europa, en vaak iedere dag weer naar een ander land. Het was dus heel gewoon dat we op een tournee zo’n acht verschillende valuta nodig hadden. 

We rekenden van te voren tegen de dagkoers uit wat de musici moesten krijgen in guldens, ponden, lires, francs, marken etc. Ik bestelde dat dan twee weken van te voren in de juiste coupures bij de bank. Dat laatste was heel belangrijk want we moesten iedereen gepast betalen in alle verschillende valuta! Na die twee weken haalde ik de bestelling bij de bank op. Het totaalbedrag was bijvoorbeeld 40.000 gulden waard en de bankemployé telde dan al die verschillende briefjes nog eens voor me uit in een afgesloten kamer en ik moest goed meetellen en bevestigen dat het klopte. Na al die geheimzinnigheid stapte ik vervolgens met een paar kilo geld in een simpel plastic tasje op de fiets. Ik deed dat expres want geen dief zou toch vermoeden dat ik 40.000 gulden in een plastic tasje zou stoppen?

Op kantoor verdeelden Trix en ik alles over de enveloppen met de namen er op en betaaloverzichten erbij. Trix ging overigens ook vaak naar de bank voor de "plastictassen actie", vooral in de begintijd toen ik nog geen tourmanager was maar in de bibliotheek werkte en zij met Hans alles uittelde. Als we bij het verdelen niet uit kwamen dan moesten we alles weer opnieuw tellen tot het klopte. Tenslotte ging ik dan de volgende dag met al die enveloppen op de trein naar Utrecht of Amsterdam waar de repetities plaatsvonden, en daar deelde ik al dat geld uit.

Ik heb dus heel wat met grote bedragen geld rond gelopen maar het heeft me nooit zenuwachtig gemaakt. Wel moest ik als een soort broedse kip over mijn plastictassen en handtas waken. Dat is in die 24,5 jaar 1 keer fout gegaan en toen is er 500 gulden van me gestolen; peanuts als je bedenkt waar ik mee heb rond gelopen. Bovendien heb ik daar geen persoonlijk letsel bij opgelopen. Ik beschik blijkbaar over een geweldige beschermengel!

Caecilia

zaterdag 19 januari 2013


Japan II


De steden mogen dan mooi van lelijkheid zijn, de natuur en de oude tempels zijn overweldigend mooi. Tijdens onze reizen konden we dat goed bekijken. Soms vlogen we met een binnenlandse vlucht en zagen we het vanuit de lucht maar vaker reisden we per trein en bus en hadden we goed uitzicht. Ik heb er bergen, zee, bossen rotskusten en uitgestrekte rijstvelden gezien. In de steden is alles hutje mutje op elkaar gepakt maar buiten de stad is het wijds en rustig. Ik herinner me een keer dat we wilden pauzeren tijdens een busrit naar Nagano, maar dat we niet uit de bus mochten i.v.m. het gevaar door beren aangevallen te worden!

Tijdens mijn schaarse vrije uurtjes bezocht ik de tempels en hier voelde ik nog sterker die fijne Japanse vibraties! Elk stukje hout en steen was er doordrenkt van gewijde aandacht en respect voor het leven zelf. De mooiste tempel die ik heb gezien, was de boeddhistische tempel Kiyomizu-dera. Deze is genoemd naar de heldere bron die de monnik Enchin hier in de berg vond toen hij in 778 na christus, geleid door een visioen, op zoek ging naar een bron van puur water. Het is eigenlijk een tegen de heuvel gebouwd dorp van allemaal kleine tempels en één hele grote met een aantal verdiepingen.  Het ligt aan de rand van Kyoto tussen de bomen waar het bos begint. Er staan naaldbomen en loofbomen met prachtig rode bladeren en in de lente wordt de tempel door kersenbloesem omringd. Rond de tempels liggen ook een aantal prachtige Japanse tuinen. Aan de bosrand staat een hele groep Boeddhabeelden en die hebben allemaal een soort gekleurd schortje voor. Soms denk ik dat ik in mijn vorige leven in een klooster of tempel heb gewoond. Ook hier overviel mij weer dit gevoel en ik voelde me direct zo thuis dat ik wel zou willen blijven.

Op tournee in 1996 en in 1998 (beide keren in mei) deden we ook Yamada Machi aan; een havenstadje aan de noordoostkust, waar de bevolking voornamelijk van de visserij leeft. In Yamada Machi is ooit 400 jaar geleden een schip uit Nederland geland. En in de eeuwen daarna waren de Nederlanders de enigen die binnen de grenzen van Japan mochten komen. Er was zelfs een Nederlandse universiteit op het zuidelijk eiland van Japan waar men alles over der rest van de wereld kon leren; in het Nederlands.



In de concertzaal van Yamada Machi stond ook een 1.5 meter lange replica van dat Nederlandse schip. De inwoners van de stad verwelkomde ons als hun beste  vrienden en er was een receptie georganiseerd. In 1996 kregen we allemaal een toilettas en een tafelloper die gemaakt waren van oude vissersvlaggen. De toilettas heeft me sindsdien op alle reizen begeleid en hij is niet kapot te krijgen. Er was een meterslang buffet met heerlijk Japans eten en het plaatselijke vrouwenkoor zong het Halleluja van Haendel gedirigeerd door Ton. Daarna moest Ton een groot vat sake aanslaan (openhakken met een bijl) samen met de Burgemeester van Zeist. Zeist en Yamada hebben een warme band en een uitwisselingsprogramma voor scholieren.



‘s Avonds werden we naar een echt Japans Hotel gebracht waar we alleen op onze pantoffels mochten lopen vanwege de Tatami (rieten matten als vloer). Er was natuurlijk geen stoel in mijn kamer, maar wel een laag tafeltje met Japanse thee en koekjes. Toen ik naar bed wilde kwam er een dame en ze haalde mijn matras en dekens uit een kast en maakte mijn bed op.  Mijn kamer had uitzicht op de baai waar, in een soort drijvende kisten, oesters werden gekweekt.  De meeste hotels onderweg waren Europese stijl, en je kon er ook een Europees ontbijt krijgen zoals wit brood met een gebakken ei of jam. In dit Hotel was er alleen Japans ontbijt; vissoep en een soort Japanse nasi en gerechten met zeewier. Warm en pittig eten dus al vroeg in de ochtend! En een lekker kopje groene thee erbij.






De volgende dagen deden we twee concerten in Yamada Machi. Ik heb nog een foto waar een hele lange rij voor de deur van de zaal stond, want iedereen uit het stadje kwam luisteren en ons begroeten. Ik heb later die dag ook nog wat keukenspulletjes gekocht in een winkel. Ik durfde niet te veel te nemen want de eigenaresse wilde me niet laten betalen omdat we vrienden waren! En op straat werd ik zomaar omhelsd door een vrouw en ze had een heel verhaal tegen me wat ik niet verstond, maar ik begreep wel dat ze blij was me te zien. Bij ons vertrek drie dagen later stond het personeel van het hotel ons uit  te wuiven met blauwe zakdoeken en dikke tranen. Wij voelde ons allemaal herboren door deze behandeling. Dat laatste beeld met die wuivende zakdoeken zie ik sinds de Tsunami steeds voor me. Zucht….        

Caecilia


vrijdag 11 januari 2013



Japan I

Het is al weer bijna twee jaar geleden dat een Tsunami Japan bereikte. Het ergst getroffen was de stad Sendai en het niet zo ver naar het noorden liggende Yamada-Machi waar we ooit zo gastvrij werden ontvangen. Ik voel me treurig en ik ben sindsdien bezorgd omdat ik niet weet hoe het met die lieve mensen daar gaat. Laatst zag ik weer de beelden op TV van  de modderstromen die het land overmeesterden en alles meesleurden, en vissersboten die ver landinwaarts werden gestuwd. Ik zag mensen die hun familie zochten tussen de puinhopen en dan toch nog zo keurig vriendelijk en gastvrij bleven naar de journalisten. Een man zocht in het puin naar zijn zoon, maar wees de journalist er ondertussen op dat hij daar beter niet z’n auto kon parkeren omdat hij dan door het puin een lekke band zou kunnen krijgen. Ze raakten aan de praat en ik hoor de man zeggen dat z’n zoon waarschijnlijk is omgekomen en dat hij het een eer vindt dat hij z’n vader heeft mogen zijn. Dat is de Japanner ten voeten uit.

Ik ben een aantal keren in Japan geweest en het land heeft op mij een diepe indruk gemaakt. Op het eerste oog ziet het er westers uit, maar in werkelijkheid is Japan zo anders! Je voelt het meteen als je uit het vliegtuig stapt. Er is echt een andere atmosfeer, er zijn ander normen en waarden, er is veel meer vriendelijkheid en respect, minder vrijheid, en veel zorg voor elkaar en de omgeving. Het land en de mensen zijn doordrenkt van beleefdheid, bescheidenheid, dankbaarheid en rituelen.

En als je even voorbij die eerste westerse indruk kijkt, ziet het er ook heel anders uit. Zo heb ik nog nooit een plek gezien waar zo lelijk wordt gebouwd! De huizen en kantoren zijn praktisch, doelmatig maar bijna nooit mooi. En omdat het aardbevingsgebied is en de grond van graniet, zijn alle leidingen en bedradingen bovengronds, aan palen en op pilaren. Ook wegen door de stad worden vaak in twee verdiepingen boven elkaar gebouwd. De gemiddelde Japanse stad is mooi van lelijkheid en Japanners zijn meesters in het benutten van ruimte.

Het is niet mijn bedoeling om een uitgebreide beschrijving te geven van mijn reizen in Japan met het orkest en koor. Ik voel alleen de behoefte om een paar dingen te vertellen over het wezen van Japan en ik wil proberen uit te leggen waarom het zo’n diepe indruk op me heeft gemaakt; als een monument voor de Japanners die ze zoveel tegenslag hebben gehad. Ik heb me er vooral heel erg veilig en thuis gevoeld, wat ik niet goed kan verklaren, al is het een compliment voor mijn gastheren en gastvrouwen daar.

Het is mijn ervaring dat mensen die er geweest zijn niet gemiddeld over Japan spreken; of ze vinden het geweldig, of ze vinden het er verschrikkelijk. Deze diepe afkeer ervan is om uiteenlopende redenen; met vindt het land of de steden lelijk, het eten vies, er is geen volkorenbrood te krijgen, Japanners stinken, zijn vaak dronken en ze giechelen stom, de koffie is duur (15 gulden per kopje in 1993), en ga zo maar door.

In werkelijkheid heeft de aversie volgens mij vooral met communicatie te maken. De mensen waar ik direct mee moest werken spraken Engels, d.w.z. “Japans-Engels”. Het duurt elke keer weer twee dagen voor je hun uitspraak begrijpt. Maar Japanners denken zo anders dan wij, dat zelfs als ze Engels leren, of desnoods Nederlands of Duits, we elkaar nog steeds niet goed begrijpen. Het is dus heel belangrijk om dat zo snel mogelijk onder ogen te zien, en hun vriendelijkheid en respect over te nemen, en hun zorg en hun werkmethodes. En vervolgens moet je weten dat ze dus geen NEE kunnen zeggen, en dat het niet betekent dat alles JA is, en zeker niet dat je daar misbruik van moet maken. Ze hebben namelijk zo hun eigen manier om daar mee om te gaan. Mensen die niet van Japan houden verwachten dat Japanners net zo denken als wij omdat ze dat de enige juiste manier vinden, maar als je je open opstelt gaat er een wereld voor je open.

Samenwerken met Japanners is heel bijzonder. Ze werken heel precies en hebben voor alles een protocol. Ze werken ook veel uren en klagen daar niet over. Maar ze doen het wel in een rustig tempo. Als ik meer werk heb dan normaal versnel ik zodat het misschien toch nog lukt binnen mijn 8-urige werkdag. Japanners doen dat niet maar blijven gewoon een paar uur langer op kantoor. Al die precisie en die rust hebben ook een nadeel; ze kunnen niet improviseren, een uitzondering daar gelaten. Als er tijdens een tournee iets onverwachts gebeurde, waarvoor ze geen protocol hadden, dan kwamen ze trillend en bevend naar mij toe en riepen “ O hemel, Caecilia San, wat moeten we doen” en raakte volkomen geblokkeerd tot ik met wat ideeën kwam.

In de jaren dat ik door Japan reisde was er ook nog geen werkeloosheid. Er werd gewoon voor iedereen een taak bedacht. Zo liepen er overal ordebewaarders rond; op iedere gang van een hotel en dan dag en nacht. De buschauffeur had altijd een dame bij zich als assistent en die keek met hem mee en had een stok met een vlaggetje om ons de weg te wijzen bij het in en uitstappen. Op straat en in gebouwen was het zo veilig dat je rustig ergens je handtas en laptop kon laten staan en dan stond hij er een paar uur later nog. Ongelofelijk toch?

Ik nam altijd gietijzeren theepotten kopjes en schalen mee om thuis te gebruiken. Voor de kinderen kocht ik Japanse kleding en boeken als herinnering.  Zo kocht ik een boek van Max Veldhuis over “eend” en zei dan dat ik in’t Japans kon voorlezen.


Dat de hun schrift uit zulke ingewikkelde tekens bestaat, is wel onhandig op bijvoorbeeld een station. En de straten hebben ook geen namen; ze nummeren de huizenblokken maar niet de straten zelf. Als ik de deur uit ging nam ik altijd een briefje mee met daarop het adres van mijn hotel en de concertzaal in Japanse tekens. Je kunt er behoorlijk verdwalen en zo kon ik de weg vragen!  De Japanse taal  klinkt heel hartstochtelijk al heb ik er nooit iets van begrepen en kon ik niet meer dan vier woorden onthouden.



Er is niets heerlijkers dan tijdens een drukke tournee alleen uit eten gaan in een restaurant vol Japanners. Het is echt ontspannend dat je er niets van verstaat en je je even helemaal op jezelf en je eten kunt concentreren zonder afgeleid te worden. Een menukaart lezen gaat natuurlijk niet, maar dat wordt opgelost door een plastic versie van alle gerechten in de vitrine. Je kunt dan aanwijzen wat je wilt eten. Al blijft het spannend, want ook de plastic versie maakt niet altijd duidelijk wat je eet. Het Japanse eten is erg gezond met veel groente en vis en bijna geen vet. Soms at ik voor twee euro in een noedelbar een grote kom noedels met kip en groente, naast slurpende oude mannetjes. En soms at ik heel sjiek en onbetaalbaar (op uitnodiging),  en er werd dan door de chef voor mijn neus gekookt. Het moeilijkste moment was een zakendiner met alleen maar Japanse mannen en Ton. Als voorgerecht kregen we rauwe inktvis tentakels en het smaakte erg taai en bitter, eigenlijk net als gal, dus het was wel even slikken…..

Het land zelf is smal en lang en eigenlijk een eilanden groep, maar zo lang als van zuid Italië tot aan midden Noorwegen en het klimaatverschil is dus ook zo groot. Ik ben op het zuidelijkste puntje geweest en ook op het noordelijkste eiland. Overal kun je heerlijke Sushi krijgen in vele soorten en maten. In het zuiden aten we meer gefrituurde en gegrilde gerechten. De grootste verrassing op voedsel gebied kreeg ik in het noorden. De directeur van de concertzaal “Kitara” uit Sapporo nam ons mee uit eten voor een speciaal streekgerecht. Het bleek runderstoofvlees met stamppot van aardappels en kool; een echte Hollandse maaltijd! 

Caecilia

(Volgende week deel II)

vrijdag 4 januari 2013


Ode aan de Kerstengel,

Op de ochtend van 24 december sta ik onder de douche en door de deur en het geruis van het water heen hoor ik Soscha luidkeels zingen. Give me love, walking in the air, Halleluja en nog veel meer. Nu is dat niets bijzonders want ze zing iedere dag. Maar vandaag is een speciale dag want ze zal optreden tijdens het Kerstconcert bij ons in de straat, dus wat ik nu hoor is de generale repetitie. Er gaat toch niets boven live muziek  en met haar hebben wij tegenwoordig geen radio meer nodig. In de douche zing ik stiekem de 2e stem mee.

Zelf zing ik ook graag, maar dat klink lang niet zo mooi en ik beperk het tot in de auto of onder de douche. Toch heeft ze het niet van een vreemde want haar opa zingt de sterren van de hemel, zo ook nog vorig week  in het koor van het Weinachtsoratorium in de Grote kerk in Edam waar ik heen ging om alvast in de kerststemming te komen.

Ik kan me nog goed herinneren dat toen ik haar leeftijd had mijn broer uit school kwam met de woorden ‘’ik hoorde je al op het Grootwesterbuiten zingen”, en dat was niet bedoelt als compliment. In die tijd zong ik altijd met mijn vrienden van de NJN (Nederlandse Jeugdbond van Natuurstudie). We hadden in ieder geval veel plezier en werden gered door Jaap die wel erg mooi zong en ons op de gitaar begeleide. Ik denk met veel plezier terug aan die avonden.

Op kerstavond treedt er een keur aan musici op; allemaal bewoners uit onze eigen straat. Ik geniet, want er is niets mooiers dan de mensen achter de muziek persoonlijk te kennen en mee te maken in het dagelijks leven. Soscha zingt prachtig, en menigeen pinkt een traantje weg. Ik niet; ik word alleen maar erg blij want ik zie dat zingen haar gelukkig maakt en ze straalt als de kerstengel. Na afloop drinken we glühwein met z’n allen en we genieten van elkaar.  





En nu is het al weer 4 januari. We hebben geluierd, gewandeld, gedanst en champagne gedronken. Een perfecte kerstvakantie, alleen het weer werkt niet mee. De tuin begint al uit te lopen en vanmorgen zat er een vlinder op mijn raam?! Ik heb al in geen weken mijn winterjas  aan. Het is echt veel te warm.

Vandaag is het over met het geluier en heb ik weer gewerkt. Ook de rest van het gezin is weer aan de slag gegaan. Alleen de kerstboom houdt vol en valt nog steeds niet uit. En dat is maar gelukkig ook want die moet nog tot Driekoningen blijven staan. 

 De kerststal staat er ook nog en de koningen zijn nog onderweg.  De herdertjes slapen in het veld en in de verte hoor ik de kerstengel zingen terwijl ze zichzelf begeleid op haar gitaar.

Caecilia