De dood hoort bij het leven
Gisteren zag ik in een detective een lijk in een
rivier drijven en dat deed me denken aan het lijk dat Vera met een paar anderen
gevonden had. Ja die detectives zijn best realistisch hoor! Tijdens mijn
ABO&C-carrière heb ik 2 x een drijvend lijk in een rivier meegemaakt. Ik
zal je vertellen hoe dat ging.
In maart 2005 waren we twee weken op tournee met
de Mattheus. Vera is een koorlid en samen met drie andere koorleden besloot ze
op de vrije dag in Valladolid om een boottochtje over de rivier te maken. Het
had een ontspannen dagje moeten worden, maar ze kwamen lijkbleek terug. Die
avond in de bar van het hotel vertelde Vera mij wat er was gebeurd. Ze hadden
een bootje gehuurd en waren de stad uit gevaren. Het was eigenlijk een saai
tochtje en het duurde lang voordat de omgeving wat mooier en natuurlijker werd.
Maar toen zagen ze plotseling dat er iets raars in het water dreef, en
dichterbij gekomen bleek het een lijk was. De kapitein belde de politie en die
vroeg de gids om het lijk vast te binden en het op sleeptouw te nemen zodat ze
het niet helemaal hoefden op te halen. Ja je hoort het goed hoor! Zo aanvaarden
ze even later de terugreis met een opgezwollen lijk op sleeptouw. Het duurde
ruim een uur want ze waren ver van de stad en ze durfden ook niet hard te varen
omdat het lijk uit elkaar dreigde te vallen. Op een aanlegplaats halverwege de
tocht nam de politie het lijk over.

later
hebben we er erg om gelachen.
Het andere lijk kwamen we eind juli 2007 tegen in
de rivier bij Saint Astier in Frankrijk. We waren daar voor het slotconcert van
de Itineraire Baroque: het zomerfestival dat Ton daar ieder jaar organiseert in
de buurt van zijn vakantiehuis in de Perigord. Het is ieder jaar weer een erg
gezellig en intiem Festival in ietepetieterige kerkjes met een groot concert
tot slot. Tussendoor wordt er lekker gegeten (en gedronken) en vooral wordt er
erg hard gewerkt door heel veel vrijwilligers. Ik was daar voor werk maar was
er met eigen auto en de kinderen om er gelijk een vakantie aan vast te knopen.
Emile (mijn man) reed de vrachtwagen met de spullen en instrumenten.
Tussen de repetitie en het concert kreeg iedereen
een half belegd stokbrood met een flesje water en de musici stroomden uit om
het buiten in de zon op te eten. De kerk stond op een kleine heuvel in het
stadje maar ook dicht bij de rivier, zodat de meesten daar heen gingen voor een
ontspannen lunch.
Toen het concert van drie uur bijna zou beginnen,
kwam een politieagent melden dat ze een van onze violisten nog vasthielden voor
verhoor. Hij was verdacht omdat hij een lijk in de rivier had gemeld. De
politieagent keek me wat bevreemd aan want Daniel stond naast me met een wit
t-shirt vol bloed; hij had net een bloedneus gehad, maar leg dat maar eens uit
in het Frans! Inmiddels kwamen ook nog de ouders van de violist op bezoek en
die waren erg bezorgd dat hun zoon op het politiebureau zat!
Uiteindelijk konden we de politie overhalen dat de
violist wel mocht spelen op het concert en daarna weer mee ging voor verder
verhoor. Een agent moest vlak bij hem zitten tijdens het concert om op hem te
letten! Die avond raakten ze er gelukkig ook van overtuigd dat de violist niets
met het lijk te maken had zodat hij toch nog met z’n ouders kon genieten van
een verlaat diner. De dood hoort bij het leven, maar drijvende lijken zijn toch
wel luguber.
Als “moeder” van de organisatie ging ik altijd naar
alle begrafenissen en crematies. Zo ben ik naar de begrafenis van Polly in
Laren geweest; mijn ex-collega met de hersentumor waar ik al eerder over
schreef. Ik zie me daar nog zitten met Annette en Hans: we waren allemaal erg
aangedaan. Ik ging altijd naar de begrafenissen van partners en ouders van
orkestleden en de medewerkers van kantoor, zoals bijvoorbeeld de vader van
Eline, en de man van Maggie in Engeland.
Ik was erg onder de indruk van het
overlijden van de altvioliste Katherine McGillivray en reisde naar Schotland
waar iedereen na de plechtigheid thuis bij haar vader en zuster zo gastvrij
werd ontvangen. We aten daar met zo’n vijftig musici en haalde herinneringen
op. Een heel contrast om dan weer terug naar een hotelkamer te moeten op de
luchthaven van Glascow. Katherine was een bijzondere vrouw en ik mis haar. Ze
overleed op een dag in haar slaap in een hotel tijdens een repetitieweek. Toen ze niet aan het ontbijt verscheen, werd ze op haar kamer gevonden; ze was die avond tijdens het lezen van een boek in bed gestorven. Ze hebben
later ontdekt dat ze een hersentumor had.
In een poging de dood te slim af te zijn startte
ik in 2004 ook met een jaarlijkse BHV cursus. We werden allemaal ouder en gestrester
en we liepen daardoor meer risico. Ik zag het al gebeuren dat op een dag iemand
het lootje zou leggen. Het leek me slordig om onderweg op tournee mensen kwijt
te raken, en een goed idee om te kunnen reanimeren!
Als je zo vaak op tournee gaat merk je hoe
intensief dat is en dat mensen zich sterk verbonden voelen. Het was daarom heel
bijzonder om ook bij het afscheid van
dierbaren van kantoormedewerkers en orkestleden te mogen zijn. Gelukkig werd ik
ook vaak uitgenodigd voor de andere kant van de medaille. Ik ben heel wat op
kraamvisite geweest en bruiloften niet te vergeten. Ik heb ook heel wat gebreid, gehaakt en genaaid voor
alle nieuwe baby’s.
Als je dit zo leest zul je denken dat ik het over mijn
familie heb en niet over mijn werk. Maar zo heb ik dat ook altijd gevoeld, en
daarom was het ook zo moeilijk toen het fout ging bij het Amsterdam Baroque en
we allemaal werden ontslagen toen het Fonds Podiumkunsten besloot dat we geen
subsidie meer zouden krijgen. Inmiddels weet ik wel dat NIETS altijd maar het
zelfde blijft en dat je maar beter een beetje kunt meebewegen met de rivier van
het leven. Laten we dus genieten van wat we nu hebben!
Caecilia
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.