Het is gênant voor een musicologe, maar terwijl ik deze titel opschrijf: “de Grote Trom”, vraag ik me opeens af of dit woord wel bestaat. Heb jij dat wel eens, dat je iets wat je al jaren zegt of schrijft opeens raar klinkt?
Ik heb
daarom maar even een blik op internet geworpen en ja hoor; het bestaat. Ik
lees: Met pauken
en bekkens
vormt de grote trom vanaf de romantiek een vaak voorkomende
slagwerkbezetting in symfonische muziek. Het instrument is waarschijnlijk door de
Turken naar Europa gebracht. Mozart heeft de grote trom voor het eerst
in het symfonieorkest gebruikt in zijn: “Die Entführung aus dem Serail”.
En nu ik dit lees snap ook
pas echt goed waarom Ton indertijd niet bedacht was op deze grote trom. Hij
speelde altijd Barok muziek en had van Mozart voornamelijk de vroege werken
gespeeld. Toen hij de Sinfonia uit “Die Entführung
aus dem Serail” programmeerde was hem ook niet direct opgevallen dat er wel erg veel
slagwerk was voor onze enige slagwerker Luuk. Hij kwam
er pas achter toen we ergens in januari 1993 gingen repeteren in de Silo kerk
in Utrecht. Ik was daar aanwezig voor het klaarzetten van de muziek, het maken
van de opstelling en het uitdelen van sejours, vliegtickets en schema’s.
In de koffiepauze kwam
Ton naar me toe met de mededeling dat Luuk me wat slagwerklessen zou geven, want
dat er in het programma de eerste acht minuten een extra slagwerker nodig was,
maar dat we geen budget hadden om die extra kracht mee op tournee te nemen dus
dat ik het maar moest doen want ik was er toch al.
Nu heb ik nooit echt
mijn eigen grenzen bewaakt, want ik wist ook niet waar die lagen dus dan valt
er weinig te bewaken. Als Ton vond dat ik de Grote Trom moest spelen dan deed
ik dat gewoon. Ik vertrouwde er op dat hij wel wist wat ik kon en wat goed voor
me was. Luuk en ik oefenden een paar keer hoe ik de stok moest hanteren, en ik
oefende ook met Wilbert samen want die moest een paar minuten de bekkens slaan;
dat ging net als hij zijn traverso snel genoeg opzij kon leggen en weer
oppakken.
Daarna repeteerde
ik nog een keer met het orkest en dat was een gekke gewaarwording! De musici
bekeken me nogal vijandig. Ik zag ze denken; “Dat mens denkt toch niet dat ze
één van ons is?” Ze deden net of ik er niet bij hoorde, wat natuurlijk ook zo
was. Het was wel een bijzondere ervaring om mee te doen en door Ton gedirigeerd
te worden. Ik hoefde nauwelijks naar mijn bladmuziek te kijken, als ik op hem
lette wist ik precies wat ik moest doen en wanneer. Dat laatste was vooral erg
belangrijk, want ik moet zeggen; ik viel erg op met mijn Grote Trom. Elke slag
was goed hoorbaar, dus ook elke fout getimede slag. Maar nu ik midden tussen
het orkest stond merkte ik tot mijn verrassing ook dat het van binnen uit heel
wat minder zuiver en goed getimed klonk dan van buiten af. Vanuit de zaal hoor
je het geheel, maar van binnen uit hoorde ik behalve prachtige klanken hier en
daar ook individueel gepruts. De musici voelden zich waarschijnlijk behoorlijk
betrapt! De fagottist Marc was wel het eerlijkst. Hij vroeg me, op basis
waarvan ik dacht de grote trom te kunnen spelen. Ik legde uit dat ik al jaren
klavecimbel speelde en dat ik was afgestudeerd in muziekwetenschappen. Dat vond
hij wel een beetje een geruststelling. Dat ik het deed omdat Ton dacht dat ik
het kon, daar kon ik natuurlijk niet mee aankomen.
De concerten
gingen heel behoorlijk en ik mocht een concertjurk kopen op kosten van het
ABO&C. We reisden behalve door Nederland ook door een aantal Europese
landen zoals Frankrijk en Duitsland. Het lastige voor mij was dat ik erg
zenuwachtig werd van het feit dat ik moest optreden. Gelukkig was het maar een
klein stukje. Mijn hartslag was ruim voor aanvang al 180 slagen per minuut!
Bovendien
moest ik het “artiestendom” combineren met mijn werk als tourmanager. Niks
rustig ontspannen en concentreren op mijn artistieke taak! Ik moest zorgen dat
iedereen netjes aangekleed, met instrument, op tijd klaar stond om in de juiste
volgorde het podium op te gaan. En geloof me; dat gaat echt niet vanzelf! En als
ik dan het sein gaf om op te gaan moest ik het knopje omzetten en zelf als
laatste in de rij meelopen het podium op. O, de spanning die ik dan voelde! Ik
speelde staand, maar gelukkig had ik mijn Grote Trom om me aan vast te houden
anders was ik zeker omgevallen. De stokken glibberden bijna uit mijn trillende handen.
Na de
tournee besloot ik dat ik niet in de wieg gelegd was als artiest en ik haalde
opgelucht adem dat het voorbij was. Ton was echter heel tevreden over mijn
prestaties en kwam met de mededeling dat hij er op rekende dat ik in november
van dat jaar opnieuw mijn plaats in het orkest zou innemen tijdens de tournee
in Japan. En zo geschiedde het! Ik heb nog steeds een Japanse krant in mijn
kast liggen met een foto van een halve pagina groot. Daarop zie je het orkest
op het podium van “Tokyo Metropolitan Art Space” en ik sta daar tussen alle
orkestleden bij mijn Grote Trom. Wilbert hoefde niet meer op de bekkens te
slaan; daarvoor werd een Japanse muziekstudente ingehuurd.
En de Japanners vonden het helemaal niet gek dat ik als tourmanager ook in het orkest speelde. De grote meester “Ton Koopman” had zo besloten, dus dan was het de perfecte keuze om “Caecilia San” in het orkest te laten spelen! Achteraf was het de stress toch wel waard, want maar weinig mensen kunnen zeggen dat ze in het Amsterdam Baroque Orchestra hebben gespeeld en hebben opgetreden in Japan.
Dat is toch heel bijzonder aan Ton, dat hij mensen waar hij zich goed mee voelt zo vertrouwt dat hij denkt dat ze ook alles kunnen! En omdat ik hem niet wilde teleurstellen probeerde ik dat ook waar te maken. Behalve gewoon alle verschillende taken op tournee en kantoor te vervullen, vroeg hij me dus ook in het orkest en daar nam hij toch maar een flink risico mee. Hij dacht dat ik echt alles kon en ook alles tegelijk. Zo mocht ik soms zelfs zijn haar en baard knippen! In zijn plaats zou ik dat nooit hebben gevraagd; Hij is een geweldig musicus, maar dat geeft mij geen enkele garantie dat hij mijn haar goed zou kunnen knippen!
Caecilia
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.